Vakmanschap en veiligheid
Als het gaat om veiligheid op het spoor doet Nederland het internationaal erg goed. Dat is iets om trots op te zijn, zegt Robert Oosterhof, sinds twee jaar directeur van railAlert. Toch is dat geen reden om achterover te gaan leunen. ‘Er zijn in het kader van TVMS en veiligheid nog wel wat knoppen die aangedraaid kunnen worden.’
‘Houding en gedrag belangrijker dan certificaat’
Oosterhof kijkt met voldoening terug op de start van het TVMS-traject op 28 oktober. ‘Mooi om de energie te zien die loskwam. Dat mensen het belang van de invoering van TVMS zien, de noodzaak van een next step erkennen en soms ter plekke al met een plan van aanpak kwamen.’ railAlert, de schakel tussen overheid en sector als het gaat om de invulling van zelfregulering, is een van de initiatiefnemers van TVMS. De organisatie faciliteert het programmateam en is de linking pin naar de Werkkamer Persoonscertificering, van waaruit de certificering van de veiligheidstaken (DVP) en functies op het spoor plaatsvindt.
‘Buiten’ zit de meeste kennis
Hij verwacht veel van het TVMS-traject. ‘Ik hoop dat we als sector een gedegen stap zetten in het borgen van de competentieontwikkeling van het vakmanschap. En dat merkbaar wordt dat de praktijk meer vervlochten raakt met het opleidingsprogramma. Dat je de meester-gezelconstructie voor je ogen ziet functioneren en dat we echt on the job gaan opleiden. Want ‘buiten’ zit de meeste kennis. Wat mij betreft komt er een opleiding voor diverse functies. Het hoeft niet bij technisch leider baan te blijven. Ik hoop dat daar straks ruimte voor is als we met elkaar vinden dat dat moet.’
Reuzensprongen
Robert Oosterhof zou geen directeur van railAlert zijn als hij niet specifiek alert was op veiligheid. Daar verwacht hij qua vakmanschapsontwikkeling de komende jaren weliswaar geen reuzensprongen te maken maar wel winst te behalen. ‘We hebben dit jaar voor het eerst sinds tien jaar een ongeval gehad met dodelijke afloop. Dat heeft veel impact. Hoewel we het internationaal gezien heel goed doen – en dat ook best mogen benoemen – moeten we de lat hoog blijven leggen. Ik denk dat vooral ‘zachte’ aspecten als houding en gedrag verder ontwikkeld kunnen worden. Instructies, protocollen en beschermingsmiddelen hebben we genoeg, maar het gaat erom dat iedereen zich er ook aan houdt. Ook als er onder grote druk moet worden gewerkt. We weten allemaal dat daar een spanningsveld ligt.’
Geld en veiligheid
Ieder die niveau 4 gecertificeerd is, moet buiten een andere houding en gedrag laten zien, dan iemand van niveau 2 of 3. Oosterhof: ‘Dat zou ik met mensen uit de sector binnen een vakteam weleens verder willen uitdenken. En hoe ga je in dit kader om met inhuur? Met medewerkers van elders die instructies anders interpreteren? In theorie zijn we het allemaal eens over het basisniveau en -gedrag, maar buiten op het project blijkt dat niet altijd waargemaakt te worden.’
Er moet hier en daar nog wat doorsijpelen, aldus Oosterhof. Plus dat er ook gewoon een boterham verdiend moet worden. Het blijft interessant, de spanning tussen geld en veiligheid.